Extra info over de positie van de dichting en kleur profiel (1283)
Door een nieuwe ontwikkeling heeft de machine extra informatie nodig betreffende kleur en de positie van de dichting in het profiel. Deze moeten gedefinieerd worden in het opmerking veld van Uitvoering en/of Profiel product tabel.
De product code dient aangevuld te worden met een kleur identificatie en eventuele dichting informatie. De kleurinformatie wordt gedefinieerd in het opmerkingen veld van de Uitvoering tabel met volgende syntax: URBAN_COLOUR=w. De text achter URBAN_COLOUR= wordt integraal achter de produkt code van het profiel geplaatst.
De dichtinginformatie wordt gedefinieerd in het opmerkingen veld van de Profiel product tabel met de syntax: URBAN_GASKET=0
Mogelijke waarden zijn 0 (=geen dichting), 1 (=dichting zijde 1) of 2 (=dichting zijde 2). Indien de waarde 1 of 2 is opgegeven wordt er een extra letter ‘d’ achter produktcode en kleurinformatie geplaatst. Verder zal de waarde 0, 1 of 2 eveneeens doorgegeven worden in het formaat zelf om de positie van de ‘Gasket Moulder’ te sturen.
Urban AKS1600 rubber informatie (3.26 P4 - 2444)
Om aan te duiden of voor een bepaald profiel een dichting aanwezig is, kan men in het jopps.ini bestand bij de desbetreffende sectie [AKS1600] het symbool voor de profiel dichting opgegeven d.m.v. paramater ‘GasketDesc’:
[AKS1600]
GasketDesc = D (standaard waarde is d, indien niet opgegeven)
Niet roteren bij te grote kaders (1334)
Kaders worden niet geroteerd indien de grenzen van de machine overschreden worden.
Geen fictieve profielen (1336)
Voor fictieve profielen wordt in het formaat geen code gegenereerd.
Filter op kaders lasmachine (1331)
Momenteel worden alle rechthoekige kaders die aangeboden worden aan de sturing, ook effectief behandeld en doorgestuurd naar de lasmachine. Sommige kaders mogen niet aangeboden worden omdat ze niet worden gelast op de machine, bijvoorbeeld wisselkaders.
Kaders hebben momenteel geen type-, afdeling- of volgnummer in JoPPS. Profielen, vullingen, etc. hebben dat wel in de basisgegevens. Daarom een afdeling en volgnummer toegevoegd aan kader- en vleugeldeel niveau in het JP formaat zelf. Op kaderdeel niveau zijn deze parameters bij de ‘Kaderdeel’ eigenschappen geplaatst, op vleugeldeel niveau zijn deze parameters bij de ‘Vleugeldeel’ eigenschappen geplaatst.
Deze extra parameters zijn voorzien in volgende functies:
- Kaderdeel wijzigen
- Model bewaren
- Bibliotheekmodel opladen in één opening
- Bibliotheekmodel opladen in meerdere openingen
- Extra kaderdeel verwijderen uit samengestelde groep
- Enkelvoudige vleugel aanmaken
- Vleugelmodel en vleugelgegevens wijzigen
- Vleugeldeelinformatie wijzigen
- Vleugeldeel toevoegen
- Vleugeldeel verwijderen
- Vleugeldeel verplaatsen
- Draaizin afhankelijk beslag wijzigen
Lasblok informatie (1777)
Formaat voor lasmachine URBAN AKS1600 uitbreiden om lasblok informatie door te geven naar de machine.
Voor elk profiel moet een specifieke lasblok gebruikt te worden. De produkt code moet daarom worden aangevuld met de lasblok informatie die wordt gedefinieerd in het opmerkingen veld van de PROFIEL PRODUKT tabel met volgende syntax:
URBAN_FRAME4 = 11 (lasblok code voor profiel in standaard kader met 4 profielen)
URBAN_FRAME3 = 52 (lasblok code voor profiel in deurkader met 3 profielen)
Hieronder een voorbeeld van een lijst met profielen en de corresponderende lasblokken:
Profiel Lasblok
2500 1 (lassen van een kader met 4 profielen)
3000 11 (lassen van een kader met 4 profielen)
2400 12
2600 13
2520/2521 21
3205 22
3200/3203 23
3204 24
2402 25
2602 26
2500 deur 51 (lassen van een deur = 3 profielen ipv 4)
3000 deur 52 (lassen van een deur = 3 profielen ipv 4)
Roteren van kaders (3.00 P3 - 1852)
Bij het starten van de machinesturing kan men een extra parameter “Kader rotatie” gebruiken om het volgende gedrag in te stellen:
1. Nooit roteren
2. Roteren indien breedte < hoogte (vroeger standaard gedrag)
3. Roteren indien hoogte < breedte
4. Altijd roteren
Samenstellen Barcode via script (1849)
Hier kan men een script gebruiken om de barcode zelf in te stellen. De huidige beschikbare parameters zijn:
FRAMECNT (doorlopende nummering kaders)
BARCODE (barcode string)
_RUNTAG (Runtag string)
Voorbeeld van een script om een barcode samen te stellen:
Param.Value[‘Barcode’] := StrRight(‘0000’ + Param.Value[‘FRAMECNT’],4) + Param.Value[‘_RUNTAG’];
Opmerking: De Profielnummer is niet nodig in de barcode, omdat de lasmachine enkel kader en runtag informatie nodig heeft.
Bij het starten van de machinesturing zijn de volgende instellingen toegevoegd:
-
Runtag: Dit dient om de default runtag te overschijven.
-
Runtag formaat: Dit dient om het formaat van de runtag in te stellen (Decimaal, Hexadecimaal).
-
Uitgezonderd afdeling: Hier geeft men de afdelingen in van de kaders die niet naar de machine gestuurd zullen worden.