Terug naar Lasmachine
Setup dialoog
-
Uitgezonderd afdeling: kaders welke niet op de machine dienen verwerkt te worden
-
Min. Breedte: De min. breedte toegelaten op de machine
-
Min. Hoogte: De min. hoogte toegelaten op de machine
-
Max. breedte: De max. breedte toegelaten op de machine
-
Max. hoogte: De max. hoogte toegelaten op de machine
-
Gewicht: max. gewicht kader om automatisch te draaien
-
Prefix: De prefix om bewerkingscodes te scheiden
-
Sortering: De sortering van de kaders (normaal, kaders/vleugels, vleugels/kaders)
-
Runtag override: De default runtag (hexadecimaal) kan overschreven worden
-
Creëer barcode: De barcode toevoegen aan bestandsformaat
-
Barode : De mogelijkheid om met script barcode zelf samen te stellen
-
Extern selectie bestand: Eigen selectie bestand i.p.v. standaard interne query
Barcode samenstellen via script
De barcode kan d.m.v. een script samengesteld worden, standaard is dit de runtag decimaal (8 cijfers) + volgnummer kaders (8 cijfers). Deze barcode kan men laten overeenstemmen met de barcode gegenereerd op de etiket rapporten van JoPPS.
Parameters welke kunnen gebruikt worden in de script zijn:
FRAMECNT kader nummer
BATCHREF kader nummer
BATCHCNT profiel nummer (bewerkingen)
_RUNTAG runtag override
_RUNTAGD runtag decimaal
BARCODE barcode
Het veld ‘Elementbearbeitung’ wordt momenteel samengesteld als volgt:
-
Het eerste karakter dient om aan te geven of de kader moet gedraaid worden. Dit is momenteel standaard de N van ‘Normal’ en de R van ‘Rotated’, maar kan door de gebruiker aangepast worden in de [KMW] sectie van JOPPS.INI d.m.v. de paramater RotateCode=N,R in te stellen op een andere waarde.
-
Het tweede karakter geeft aan of de kader automatisch kan gedraaid worden door de machine of dit manueel dient te gebeuren t.g.v. het kadergewicht. Dit is standaard de A van ‘Automatic’ en de M van ‘Manual’, maar kan eveneens door de gebruiker aangepast worden in de [KMW] sectie van JOPPS.INI d.m.v. de parameter WeightCode=A,M in te stellen op een andere waarde
-
Het derde karakter geeft aan welke operatie (afsteken of frezen) er op de bovenkant van de kader dient uitgevoerd te worden i.f.v. de kader uitvoering. Dit wordt gedefinieerd in het opmerking veld van de tabel UITVOERING in de basisgegevens d.m.v. de parameter KMW_UPPER
-
Het vierde karakter geeft aan welke operatie (afsteken of frezen) er op de onderkant van de kader dient uitgevoerd te worden i;f.v. de kader uitvoering. Dit wordt gedefinieerd in het opmerking veld van de tabel UITVOERING in de basisgegevens d.m.v. de parameter KMW_LOWER
Het is echter mogelijk dat een bepaald profiel anders gebruikt wordt, zodat boven en onderzijde omgewisseld zijn. Dit is aan te duiden d.m.v. de parameter KMW_SWAP in de tabel PROFIEL PARAMETERS in de basisgegevens
Toevoegen gegevens W (Wit) en F (Folie) (JoPPS 3.00 P4)
Voortaan kan men aan de informatie van een productiebestand de letters W (wit) en F (folie) laten toevoegen , bvb.: N1*08B2008 NAWW*11300*21000*00000*001*8865*NAWF
Deze informatie wordt gegenereerd door in de tabel “Uitvoering”, in de Tab “Opmerkingen” de volgende parameters in te vullen:
- KMW_UPPER = W of F. Dit is het eerste toe te voegen karakter. Dit is de bovenzijde
- KMW_LOWER= W of F. Dit is het tweede toe te voegen karakter. Dit is de onderzijde.
Noteer
Momenteel is de kar/vak informatie nog niet voorzien!
|