Instellingen via de dialoog
Standaard mogelijkheden tijdens het genereren van het machine formaat zijn o.a. :
- Output filename: Bestandsnaam en uitvoerpad van het te genegeren bestand. Het uitvoerpad kan ingesteld worden via de Jopps Administrator (zie Activatie), de bestandsnaam is de projectnaam
- Runtag override: De standaard runtag kan hier aangepast worden.
- Machine feed direction: Invoerrichting van profielen in machine (globaal)
- Include operations from department: Opsomming van de afdelingen die meegerekend moeten worden.
- Script for barcode generation: Aanpassen van de standaard barcode: Zie verder.
- Prevent conflicting operations: Wanneer deze parameter gezet wordt (aangevinkt) dan zal de sturing conflicterende bewerkingen uitfilteren afhankelijk van de prioriteit en bewerkingszone die in MCMAN bij de verschillende routines werd gezet.
Barcode
De standaard barcode (indien geen script opgegeven) bestaat uit :
- runtag hexadecimaal (4 karakters)
- globaal profiel nummer (4 cijfers)
Deze kan aangepast worden d.m.v. een script waarin momenteel de volgende parameters beschikbaar zijn :
| Parameters |
beschrijving |
| BARCODE |
barcode |
| LINECNT |
profiel nummer (intern) |
| CUTCNT |
profiel nummer (globaal) |
| BATCHCNT |
profiel nummer (bewerkingen) |
| BATCHREF |
kader nummer profiel |
| MOPCNT |
profiel bewerkingen |
| _RUNTAGD |
runtag decimaal |
| JoPPS scripting |
|
Param.Value['BARCODE'] := strright('00000000' + Param.Value['_RUNTAGD'],8) + strright('00000000' + Param.value['BATCHCNT'],8);
|
Methodiek:
D.m.v. bewerkingen worden de posities gegenereerd om de sluitplaatsjes te positioneren en vast te schroeven. Om te voorkomen dat alle bewerkingen worden doorgestuurd naar deze machine dienen we een afdeling toe te kennen aan de bewerkingen welke sluitplaatjes genereren.
De instellingen dialoog van de machine laat toe om te specifiëren aan de hand van een reeks afdelingnummers (door komma gescheiden) welke bewerkingen er toegelaten zijn.
Lengte beslagnaam aangepast voor URBAN SSA4600 (3.11, 3.11 P2)
Lengte van de beslagnaam is uitgebreid van 20 karakters naar 32 karakters.
Er is een extra instelling voorzien die kan toegevoegd worden in JOPPS.INI in de desbetreffende sectie van de machinecenter :
[SSA4600]
NameLength=32 (= beslagnaam max. 32 karakters)
Indien geen parameter is opgegeven zal de default van 20 gebruikt worden zoals aangeven in de formaat beschrijving door URBAN.
Verder werden extra parameters voorzien in de scripting om de barcode samen te stellen en af te stemmen op de SBZ6XX machinecenter :
| Parameters |
beschrijving |
| BATCH |
batch nummer |
| JOB |
project nummer |
| ASSEMBLY |
project raam nummer |
| FRAMEID |
kader nummer binnen batch |
| VENTID |
vleugel nummer binnen kader |
| PROFID |
profiel nummer binnen kader |
De barcode welke op de etiketten is afgedrukt aan de SBZ6XX en dient herkent te worden aan de beslagmontagetafel bestaat uit volgende informatie :
eerste 6 cijfers project nummer
cijfers 7 tot 9 project raam nummer
cijfers 10 en 11 kader of vleugel nummer
cijfers 12 en 13 profiel nummer in kader
Een voorbeeld script om dit te verwezenlijken ziet er als volgt uit :
| JoPPS scripting |
Param.Value['BARCODE'] := StrRight('000000' + Param.Value['JOB'], 6)
+ StrRight('000' + Param.Value['ASSEMBLY'], 3)
+ StrRight('00' + Param.Value['VENTID'], 2)
+ StrRight('00' + Param.Value['PROFID'], 2); |
|
Opmerking
Het is niet gegarandeerd dat de machine dit formaat zal aanvaarden indien er een naam met meer dan 20 karakters in voorkomt.
|