Protocol voor machinecenter RAPID OPTIMA 400/EVOLUTION 05

Via de instellingen/uitvoeren dialoog kan men volgende parameters aanpassen/instellen:

• bestandsnaam voor te genereren formaat
• bestandnaam (runtag of project/batch)  (sinds JoPPS 3.29 P3)
• runtag override
• machine invoer richting
• beperkingen afmetingen profiel
• afdeling filter profielen
• script om eigen barcode samen te stellen
• controle conflicterende bewerkingen
• protocol formaat  (Optima 400 of Evolution 05)

Mcman

De bewerkingen in MCMAN worden gedefinieerd aan de hand van een aantal methodes en/of parameters.

De algemene beschikbare parameters:

 Tool.Name (code bewerking(en) string)
 Tool.Side  (zijde profiel P1=7,P2=8)
 Tool.X (X coordinaat bewerking)

De beschikbare methodes:

Tool.Perform(Name, X[, Side]) deze methode zal de specifieke parameters instellen

  Name (bewerking code)
  X (bewerking positie)
  Side (profiel zijde)

Tool.Apply() deze methode zal de specifieke parameters toepassen

Extra parameters op te vragen in MCMAN:

 Param.WORKOFFSET (bewerkingspositie)
 Param.PRODUCT (product code)
 Param.SYSTEM (reeks code)
 Param.PROFILE (profiel code)
 Param.VARIETY (uitvoering code)
 Param.SUPPLIER (leverancier code)
 Param.CUSTOMER (klant code)
 Param.CUSTOMERDESC (klant naam)
 Param.PC1 (code versterking 1)
 Param.PC1LENGTH (lengte versterking 1)
 Param.PC1INSERT1 (inschuiflengte begin versterking 1)
 Param.PC1INSERT2 (inschuiflengte einde versterking 1)
 Param.PC2 (code versterking 2)
 Param.PC2LENGTH (lengte versterking 2)
 Param.PC2INSERT1 (inschuiflengte begin versterking 2)
 Param.PC2INSERT2 (inschuiflengte einde versterking 2)
 Param.LENGTH (profiel lengte)
 Param.LABS (profiel zaaglengte)
 Param.LMAX (profiel lengte)
 Param.HB (zaaghoek begin)
 Param.HE (zaaghoek einde)
 Param.ANGLEA (zaaghoek begin)
 Param.ANGLEB (zaaghoek einde)
 Param.LC1 (profiel lengte kant 1)
 Param.LC2 (profiel lengte kant 2)
 Param.CB1 (correctie begin kant 1)
 Param.CE1 (correctie einde kant 1)
 Param.CB2 (correctie begin kant 2)
 Param.CE2 (correctie einde kant 2)
 Param.SB1 (beginmaat kant 1)
 Param.SE1 (eindmaat kant 1)
 Param.SB2 (beginmaat kant 2)
 Param.SE2 (eindmaat kant 2)
 Param.HB1 (hoek begin kant 1)
 Param.HE1 (hoek einde kant 1)
 Param.HB2 (hoek begin kant 2)
 Param.HE2 (hoek einde kant 2)
 Param.CARRIER (kar nummer (vast)
 Param.CABIN (vak nummer, vast)
 Param.RACKNO (kar nummer, regels)
 Param.RACKXI (vak nummer, regels)
 Param.PROFID (profiel nummer)
 Param.FRAMEID (kader nummer)

Barcode

De gebruiker kan d.m.v. een script zelf de barcode samenstellen. Indien geen script opgegeven wordt de standaard barcode gebruikt, bestaande uit de runtag hexadecimaal (4 karakters) en het profielnummer (4 cijfers).

In de script kan gebruik gemaakt worden van volgende parameters om een barcode zelf samen te stellen :

 BATCH (batch code)
 JOB (project code)
 ASSEMBLY (groep code)
 FRAME (kaderdeel code)
 CUTCNT (profiel nummer  - globaal)
 LINECNT (lijn nummer)
 FRAMEID (kader nummer)
 PROFID (profiel nummer - constructieve)
 BARCODE (barcode resultaat)
 _RUNTAG (runtag hexadecimaal)
 _RUNTAGD (runtag decimaal)