- Exclude profiles from department: Deze instelling laat toe om profielen van bepaalde afdelingen niet over de machine te laten lopen (formaat = cijfers gescheiden door komma’s).
- Include profiles without operations: Deze instelling laat toe om enkel de profielen met bewerkingen of alle profielen op te nemen in het bestand dat naar de machine wordt gestuurd.
- Production order: Laat toe om de profielen te sorteren op lengte (groot -> klein of klein -> groot).
- Script for barcode generation: De gebruiker kan d.m.v. een script zelf de barcode samenstellen. Indien geen script opgegeven wordt de standaard barcode gebruikt, bestaande uit:
- runtag hexadecimaal (4 karakters)
- kadernummer (4 cijfers)
- profielnummer (4 cijfers)
In de script kan gebruik gemaakt worden van volgende parameters om een barcode zelf samen te stellen :
CUTCNT (profiel nummer, globaal)
MOPCNT (aantal berwerkingen)
BATCHREF (kader nummer)
BATCHCNT (profiel nummer, constructieve)
BARCODE (barcode resultaat)
_RUNTAG (runtag hexadecimaal)
_RUNTAGD (runtag decimaal)
Label information
Indien de machinesturing de mogelijkheid heeft om ook etiketten te genereren, dit wordt beslist d.m.v. de licentie van JoPPS, zullen deze instellingen beschikbaar zijn. De gebruiker kan dan nog altijd beslissen of hij dit wil of niet door de optie ‘Label information’ al dan niet aan te vinken.
Indien men etiket informatie wil genereren dient men een etiket layout bestand, een DAT bestand, te specifiëren in het daarvoor voorziene veld d.m.v. de 3 puntjes op te pikken:
Door in het veld waar het pad naar het te gebruiken layout bestand is opgegeven de functietoets F3 te gebruiken kan het layout bestand worden aangepast:
De inhoud van het etiket bestand wordt samengesteld d.m.v. de informatie op de KE lijn van het formaat, met volgende kenletters :
N - lijn nummer (altijd aanwezig)
B - barcode (altijd aanwezig)
I - bestandsnaam schets (optioneel)
E - extra etiket informatie gescheiden door ‘/’ (optioneel)
Beschikbare parameters om de etiket informatie samen te stellen:
%JOBREF% (job naam)
%PROJECTREF% (project naam)
%PROJECTDESC% (project omschrijving)
%CUSTOMER% (klant code)
%CUSTOMERREF% (klant referentie)
%CUSTOMERDESC% (klant naam)
%ASSEMBLYREF% (groep code)
%FRAMEREF% (deel code)
%ANGLEA% (zaaghoek begin)
%ANGLEB% (zaaghoek einde)
%LENGTH% (zaaglengte)
%PROFILE% (profiel)
%SYSTEM% (reeks)
%PRODUCT% (product code)
%ORDERCODE% (bestelcode)
%PROFILEDESC% (profiel naam)
%FINISH% (kleur code)
%FINISHDESC% (kleur naam)
%RACK% (kar/vak string)
%RUNTAG% (hexadecimale runtag)
%RUNTAGDEC% (decimale runtag)
%LCNT% (lijn nummer)
%PIECENO% (profiel nummer (globaal)
%PROFILENO% (profiel nummer (constructieve)
%POSITION% (profiel poistie)
%FRAMENO% (kader nummer)
%ENFORCED% (versterkingen ja/neen)
%GLYPHREF% (bestandsnaam schets)
%BARCODE% (barcode)
%POSSYMBOL% (profiel positie)
%ENFCODE1% (code versterking 1)
%ENFLABS1% (lengte versterking 1)
%ENFCODE2% (code versterking 2)
%ENFLABS2% (lengte versterking 2)
%ENFCODE3% (code versterking 3)
%ENFLABS3% (lengte versterking 3)
%PROJECTREM% (project opmerking)
%GROUPREM_1% (groep opmerking, standaard)
%GROUPREM_2% (groep opmerking, klant)
%GROUPREM_3% (groep opmerking, leverancier)
%GROUPREM_4% (groep opmerking, technisch)
%FRAMEREM% (deel opmerking)
%DELIVERYWEEK% (levertermijn)
Om de informatie te formatteren kunnen standaard string manipulatie functies, zoals ‘Trim’, ‘StrLeft’, ‘StrRight’,… gebruikt woden.
Soenen dubbel verstek zaag DVE met het formaat volgens DEM protocol (DVE2.DLL) is voorzien van een instelbare barcode d.m.v. scripting:
Extern gebruikte DEM queries (QRF bestanden) zijn gewijzigd:
dem.qrf wordt niet meer gebruikt
dem_a.qrf enkel profielen met bewerkingen van groot naar klein
dem_b.qrf enkel profielen met bewerken van klein naar groot
dem_ac.qrf alle profielen van groot naar klein
dem_bc.qrf alle profielen van klein naar groot
Extra etiket informatie (3.23 P2 - 2394)
Extra parameters voor etiket informatie en extra instelling Create in separate folder om de machine informatie in een aparte folder te plaatsen.
De volgende parameters zijn voorzien om in het DAT bestand te gebruiken om de informatie op het etiket samen te stellen :
%FRAMEOPEN% (kaderopening)
%VENTREF% (vleugel deel)
%VENTOPEN% (vleugel opening)
%LABS% (zaaglengte)
%LMAX% (profiellengte)
Via de extra instelling “Create in separate folder” kan men bepalen of de machine informatie in een aparte folder, met als naam de naam van het project/batch, moet geplaatst worden:
Per reken sessie wordt dan zowel het formaat om de machine te sturen als de noodzakelijke bitmap’s voor de etiketten in een aparte folder geplaatst.
Als de standaard output folder verwijst naar “C:\JoPPSWin\Output” en we rekenen project/batch met referentie “X” dan worden de resultaten weggeschreven in folder : C:\JoPPSWin\Output\X