XML protocol voor SCHIRMER BAZ1000G3 zaag- en bewerkingscenter, en nieuw DOS protocol voor AFS-SCHIRMER BAZ1000 zaag- en bewerkingscenter.
Verschillende aanpassingen zoals: conditionele etiket informatie, extra TOOL eigenschap ‘Comment’, extra instelling line feed toevoegen aan etiket layout in XML formaat en de mogelijkheid om zowel etiketten af drukken of de informatie op het profiel te branden.
Instellingen via de dialoog
Via de instellingen/uitvoeren dialoog kunnen volgende parameters door de gebruiker aangepast worden:
- de voorgestelde naam en/of folder van het output bestand
- het te genereren machine formaat
- XML (=BAZ1000G3)
- DOS (=BAZ1000)
- de door JoPPS voorgestelde runtag
- de standaard invoer richting van de profielen (links/rechts)
- mogelijkheden zaagkop van de machine (variabel/vast)
- afdeling filter voor profielen niet op de machine moeten
- script om eigen barcode samen te stellen
- controle samenvallende bewerkingen
- profielen zonder bewerkingen ook op machine zagen
- filter voor profielen met ongeldige zaaghoeken
- staal informatie voorzien
- samenstelling raam referentie (project/batch)
- keuze macro in functie van profiel
- controle macro geldig voor profiel
- keuze soort etiket (printen/branden)
Instellingen in het JOPPS.INI bestand
Instellingen via de [BAZ1000G3] sectie in JOPPS.INI zijn :
[BAZ1000G3]
Supplier=override standaard leverancierscode
FileDelimiter=, override karakter om velden te scheiden in query
UseBatchCode=1 gebruik de batch referentie ipv de projectnaam voor de bestandsnaam van het machinebestand
DumpTo=bestandsnaam om query resultaat te dumpen
SymbolL=L symbool links
SymbolR=R symbool rechts
SymbolU=BO symbool boven
SymbolD=ON symbool onder
SymbolH=- symbool horizontaal
SymbolV=| symbool vertikaal
SymbolS=* symbool schuin
SwapLR=0 links/rechts omwisselen
SizeDelimiter=# override karakter om veld en veldgrootte te scheiden
LineDelimiter=0 extra line feed’s toevoegen aan etiket layout in XML
PrefixF=VK prefix nummering van de kaderprofielen
PrefixV=VV prefix nummering van de vleugel profielen
Samenstellen van de barcode
De gebruiker kan met de volgende parameters een eigen barcode samentellen d.m.v. een script:
BATCH (batch nummer)
JOB (project nummer)
ASSEMBLY (project raam nummer)
FRAMEID (kader nummer binnen batch)
VENTID (vleugel nummer binnen kader)
PROFID (profiel nummer binnen kader)
CUTCNT (profiel nummer globaal)
MOPCNT(aantal bewerkingen)
BATCHREF (kader nummer)
BATCHCNT (profiel nummer bewerkingen)
LINECNT (profiel nummer sturing)
BARCODE (barcode)
_RUNTAG (runtag hexadecimaal)
_RUNTAGD (runtag decimaal)
Een voorbeeld script :
Param.Value['BARCODE'] := StrRight('000000' + Param.Value['JOB'], 6)
+ StrRight('000' + Param.Value['ASSEMBLY'], 3)
+ StrRight('00' + Param.Value['VENTID'], 2)
+ StrRight('00' + Param.Value['PROFID'], 2);
Etiketten afdrukken
Parameters beschikbaar om informatie aan etiket toe te voegen :
JOB (project naam)
BATCH (batch naam)
PROJECTDESC (project omschrijving)
BARDESC (baar omschrijving)
INFORCEMENT (versterking informatie)
STEELCODE (versterking code)
STEELDESC (versterking omschrijving)
STEELLENGTH (versterking lengte)
CUSTOMER (klant)
CUSTOMERDESC (klant naam)
ASSEMBLY (groep)
ASSEMBLYDESC (groep omschrijving)
FRAME (deel)
PROFILE (profiel)
SYSTEM (reeks)
PRODUCT (produkt code)
PROFILEDESC (profiel omschrijving)
FINISH (uitvoering)
FINISHDESC (uitvoering omschrijving)
RACK (kar & vak informatie)
RUNTAG (runtag hexadecimaal)
RUNTAGDEC (runtag decimaal)
PROFILENO (profiel nummer)
FRAMENO (kader nummer)
FRAMECNT (kader nummer standaard formaat)
FRAMECODE (kader- of vleugel code)
PIECENO (lijn nummer in formaat)
POSITION (positie)
LENGTH (profiel lengte)
ANGLEB (zaaghoek begin)*
ANGLEB1 (zaaghoek begin kant 1)*
ANGLEB2 (zaaghoek begin kant 2)*
ANGLEE (zaaghoek einde)*
ANGLEE1 (zaaghoek einde kant 1)*
ANGLEE2 (zaaghoek einde kant 2)*
FRAMEID (kader nummer in batch)
VENTID (vleugel nummer in kader)
PROFID (profiel numer binnen kader)
BARCODE (barcode)
WAREHOUSE (magazijn positie)
(*) niet beschikbaar voor reststuk etiket
De inhoud/layout van de etiketten wordt bepaald d.m.v. externe DAT bestanden :
BAZ1000G3.DAT layout stuk etiket
BAZ1000G3$.DAT layout rest etiket
Een voorbeeld van het BAZ1000G3.DAT bestand voor het stuk etiket :
Een voorbeeld van het BAZ1000G3$.DAT bestand voor het rest etiket :
Zoals uit bovenstaande voorbeelden blijkt kunnen er zowel voor de stuk als de rest informatie verschillende layout’s gedefinieerd worden :
sectie [LABEL] voor informatie af te drukken op etiketten
sectie [LASER] voor informatie te branden op profielen
Indien er specifieke informatie dient getoond te worden voor profiel of rest ### kan dit door een aparte sectie [LABEL_###] of [LASER_###] aan te maken in het desbetreffende DAT bestand.
In “JoPPS MC Manager” is voor de sturing een extra tab “Kleuren” voorzien, waar de gebruiker kan instellen in de kolom “Etiketcode” of de informatie op het profiel mag gebrand worden in functie van de profielkleur.
0 = informatie op etiket drukken (standaard)
1 = informatie op profiel branden
2 = informatie op etiket drukken en op profiel branden
Op de tab “Profielen” in “JoPPS MC Manager” is eveneens een kolom “Etiketcode” voorzien welke de gebruiker toelaat om het standaard gedrag van de “Kleuren” tab te wijzigen :
-1 = gedrag gedefinieerd bij de kleuren toepassen
0 = informatie op etiket drukken (standaard)
1 = informatie op profiel branden
2 = informatie op etiket drukken en op profiel branden
De prioriteit die gevolgd wordt om de gepaste layout te zoeken is :
zoeken naar [LASER_###] indien informatie voor ### branden
zoeken naar [LASER] indien informatie branden en ### niet gevonden
zoeken naar [LABEL_###] indien informatie voor ### printen of niet gevonden
zoeken naar [LABEL] indien informatie printen en ### niet gevonden
Instellingen in McMan voor staal
Een extra tab “Staal” in “JoPPS MC Manger” laat de gebruiker toe om te specifieren per type staal hoe het verzaagd wordt en hoe het in de PVC profielen ingevoerd word:
- Productcode: vertaling van staalcode in JoPPS naar de staalcode op de machine (indien blanco wordt de JoPPS code gebruikt)
- Invoer: staal keuze (0=geen, 1=manueel, 2=automatisch, 3=speciaal, …)
- Zagen: standaard aan te rekenen zaagverlies voor versterking (=0 reeds gezaagd, >0 verzagen op machine)
- Lengte: de standaard lengte waaruit staal gezaagd wordt op machine
Instellingen in de McMan voor profielen
De tab “Profielen” laat de gebruiker toe om per profiel te specifieren of het verwerkt wordt en hoe het gekend is op de machine :
McMan routines
De bewerkingen in “JoPPS MC Manager” worden gedefinieerd aan de hand van een aantal methodes en/of parameters:
Tool.Apply() deze methode zal onderstaande vooraf gedefinieerde parameters toepassen
Tool.Name code bewerking
Tool.X X coordinaat bewerking
Tool.Y Y coordinaat bewerking
Tool.Z Z coordinaat bewerking
Tool.Comment opmerking bewerking
Tool.Depth diepte bewerking (*)
Tool.Height hoogte bewerking (*)
Tool.Speed snelheid bewerking (*)
Tool.Angle invalshoek bewerking (*)
Tool.Diameter D-param = diameter (*)
Tool.Width B-param = breedte sleuf (*)
Tool.Length L-param = lengte sleuf (*)
Tool.Radius R-param = straal (*)
Tool.Set S-param (*)
Tool.Position P-param (*)
Tool.Perform(sName,nX)
deze methode stelt de opgegeven parameters in en past ze onmiddellijk toe
(*) beschikbaar voor compatibiliteit maar niet van toepassing voor deze sturing