Protocol MASTER FLEX-709 voor Altech dubbel verstek zaagmachine. In de setup/start dialoog van de zaagsturing zijn de ‘standaard’ parameters:
f
- filter op afdelingen,
- minimum stuk lengte
- orientatie symbool
- filter wisselen zaaghoeken,
- doorvoorrichting
- profiellengte
- max. lijnen per bestand
- extern selectie bestand
- barcode instellingen
Instelling mogelijk via extra sectie [FLEX709] in JOPPS.INI zijn:
[FLEX709]
MakeDirectory=1 subfolder creëren activeren
FileExtension=lte standaard bestand extensie
SymbolL=L symbool links
SymbolR=R symbool rechts
SymbolU=BO symbool boven
SymbolD=ON symbool onder
SymbolH=- symbool horizontaal
SymbolV=| symbool vertikaal
SymbolS=/ symbool schuin
EtiketTest=0 simulatie etiket layout
SwapLR=0 links/rechts omwisselen
LengthDesc=0 lengtes groot naar klein
DblCutDesc=D indicatie dubbel verzagen
CounterPiece=Z4 profiel parameter gebruikt voor steun indicatie
SizeDelimiter=# karakter om veldlengte in etiketlayout aan te duiden
Met de ‘CounterPiece’ parameter kan de gebruiker kiezen welk extra parameter W1 t.e.m. Z10 op tab ‘Geometrie’in PROFIEL PARAMETERS hij wil gebruiken om aan te duiden of er een specifieke steun dient gebruikt te worden bij het opspannen van het desbetreffende profiel.
In het barcode veld kan d.m.v. scripting eventueel door de gebruiker een barcode worden samengesteld. Standaard wordt de barcode voorzien van de rotox:
- runtag decimaal (6 karakters) (_RUNTAGD)
- cutnr (4 cijfers) (CUTCNT)
De script editor voor de barcode te genereren kent volgende parameters:
Parameter
|
verklaring
|
CUTCNT
|
profiel nummer (globaal)
|
MOPCNT
|
bewerkingsaantal
|
BATCHREF
|
kader nummer
|
BATCHCNT
|
profiel nummer (bewerkingen)
|
BARCODE
|
barcode
|
_RUNTAG
|
runtag hexadecimaal
|
_RUNTAGD
|
runtag decimaal
|
Profiel draaien FLEX709 Altech (3.11)
Instelling voor draaien profielen en aanpassing zaaghoeken voor Altech MASTER FLEX-709 dubbel verstek zaagmachine.
In de setup/start dialoog van de zaagsturing is een extra ‘standaard’ parameter voorzien :
Filter draaien profielen
Deze instelling laat toe om voor specifieke profielen mee te geven dat ze gedraaid op de machine zullen verzaagd worden en dus de complementaire hoeken dienen doorgegeven te worden naar de machine.
Wanneer de ‘tag’ opgegeven als filter voor het draaien van profielen overeenkomt met deze gedefinieerd bij PROFIEL PARAMETERS in het veld ‘Programma’, dan zal het het hierboven beschreven gedrag in werking treden voor het desbetreffende profiel:
Dit principe is analoog aan wisselen zaaghoeken en kan hiermee gecombineerd worden.