Bij het openen van de gevelwizard zijn voor de meeste velden defaults ingevuld. Deze defaults worden per gevelsysteem gedefinieerd in Gegevens.Reeks, tab Opmerking. Vanaf nu kan ook de default glaslatset voor het ondervullen van een gevel op deze manier gedefinieerd worden:

• Selecteer in Gegevens.Reeks het betreffende gevelsysteem (bv. CW50) en klik de tab ‘Opmerking’
  

• Definieer de standaard glaslatset voor het ondervullen van een gevel in deze reeks via het extra sleutelwoord ‘SPACER’, gevolgd door de code van de glaslatset, bv. SPACER=CW50CG. Bij het openen van de gevelwizard, is deze glaslatset standaard ingevuld in het veld ‘Profielen ondervullen’:
   

Noteer: Bij het openen van de gevelwizard is in dit geval standaard steeds een glaslatset gedefinieerd. Als de gebruiker niet wil ondervullen, dan moet hij dit veld zelf telkens leegmaken. Om dit te vermijden, kan men in Gegevens.Reeks de syntax SPACER=,CW50CG (=code default glaslatset voorafgegaan door een komma) gebruiken. Op deze manier is bij het openen van de gevelwizard het veld ‘Profielen ondervullen’ default leeg en kan de standaard glaslatset voor het ondervullen geselecteerd worden indien nodig:

 < Terug...