De gevelwizard werd uitgebreid met het tabblad ‘Opvulprofiel(en)’. De gebruiker kan voor de omtrek van de gevel (links, rechts, onder en/of boven) een opvulprofiel definiëren met begin- en eindcorrecties indien van toepassing. Doe als volgt:

• Klik de tab ‘Opvulprofiel(en): 

• Definieer de opvulprofielen voor de omtrek van de gevel :

  • Links: opvulprofiel voor de linkse drager. Klik eventueel het zwarte pijltje om het gewenste opvulprofiel te selecteren uit de box.
  • Rechts: opvulprofiel voor de rechtse drager. Klik eventueel het zwarte pijltje om het gewenste opvulprofiel te selecteren uit de box.
  • Onder: opvulprofiel voor de onderste drager. Klik eventueel het zwarte pijltje om het gewenste opvulprofiel te selecteren uit de box.
  • Boven: opvulprofiel voor de bovenste drager. Klik eventueel het zwarte pijltje om het gewenste opvulprofiel te selecteren uit de box
     

• Definieer onder ‘Begin’ en ‘Einde’ de begin- en/of eindcorrecties voor de opvulprofielen indien van toepassing. Het betreft de begin- en eindcorrecties voor het linkse en het rechtse opvulprofiel voor verticale gevels, en de begin- en eindcorrecties van het onderste en het bovenste opvulprofiel voor horizontale gevels.

Indien er opvulprofielen gedefinieerd zijn, dan worden deze door de wizard als 4^de laag gegenereerd voor de drager in kwestie.

In de Editor kan u via de functie ‘Profielen wijzigen’ de eigenschappen van de gedefinieerde vulprofielen bekijken of wijzigen, net zoals u dat doet voor de andere extra profielen van de drager. Hiervoor werd de extra laag ‘Laag 4’ toegevoegd aan deze Editor functie:

Teneinde in de gevelwizard de opvulprofielen die van toepassing zijn te kunnen selecteren via het zwarte pijltje van de betreffende velden, moeten ze voor de gevelreeks in kwestie gedefinieerd zijn in Gegevens.Reeks, tab Opmerking. Doe als volgt:

• Selecteer in Gegevens.Reeks het betreffende gevelsysteem (bv. CW50) en klik de tab ‘Opmerking’
  

• Definieer de verschillende opvulprofielen in deze reeks via de hiervoor voorziene sleutelwoorden ‘LEFTSPACER’, ‘RIGHTSPACER’, ‘LOWERSPACER’, ‘UPPERSPACER’:

  • LEFTSPACER gevolgd door een komma, gevolgd door de codes van de linkse opvulprofielen die van toepassing zijn in deze reeks. De verschillende profielcodes dienen gescheiden door een komma.
  • RIGHTSPACER gevolgd door een komma, gevolgd door de codes van de rechtse opvulprofielen die van toepassing zijn in deze reeks. De verschillende profielcodes dienen gescheiden door een komma.
  • LOWERSPACER gevolgd door een komma, gevolgd door de codes van de onderste opvulprofielen die van toepassing zijn in deze reeks. De verschillende profielcodes dienen gescheiden door een komma.
  • UPPERSPACER gevolgd door een komma, gevolgd door de codes van de bovenste opvulprofielen die van toepassing zijn in deze reeks. De verschillende profielcodes dienen gescheiden door een komma.

De gedefinieerde opvulprofielen zijn dan beschikbaar in de overeenkomstige velden van de gevelwizard:

 < Terug...