Klik op het logo voor hulp op afstand
  
 
 
 
 
 
 
 




Doorsnedeparametrisatie


De standaard folder voor de DXF bestanden

De dxf bestanden voor de doorsnedegeneratie zitten standaard in de folder “%PROGRAM_ROOT%\DXF\CAD\”, maar kunnen ook in een zelf gekozen folder zitten. Deze folder is consulteerbaar en aanpasbaar via de JoPPS Administrator / Tab Gegevens / Tab Instellingen / Kies de juiste databank / Bestandspaden / DXF CAD-bestanden.

Het is belangrijk om de dxf bestanden in de ingestelde folder te laten staan en ook de aanpassingen in deze folder terug te plaatsen. Zoniet worden deze bestanden dubbel opgeslagen in de databank.

Acties te ondernemen voor elk DXF tekening:

  • roteer alles naar buitenzicht
  • verplaats het nulpunt
    • Kaders: links onderaan
    • Blokkaders: links, maar op dezelfde afstand van het glas als bij de gewone kaders
    • T–Stijlen. midden onder. Bij blok – T – Stijlen op dezelfde afstand van het glas als bij de gewone stijlen. 
    • Vleugels: het punt van de vleugel dat het dichtst bij de scharnier staat. 
    • Dorpels: links onder  
  • plaats een assenkruis op het nulpunt (niet verplicht). Gebruik het commando “UcsIcon” met instelling “On” + “UcsIcon” met instelling “Origin”.
  • maak een layer “DTM-0” aan, met als kleur “magenta”.
  • haal rotaties en foutieve kleuren uit de blokken.
    Als men de inhoud van een DXF roteert, dan werkt deze DXF niet goed meer in JoPPS indien er geroteerde blokken in zitten. De kleuren binnen de blokken worden eveneens niet altijd goed weergegeven binnen JoPPS. Dit moet men verhelpen door de volgende acties achtereenvolgens toe te passen op alle blokken van deze DXF:
    • Explode 
    • Pas de kleuren aan
    • Selecteer het volledige object 
    • Block
  • voeg de Linkpunten toe:
    • plaats een gewoon punt op de plaats waar een Linkpunt moet komen, dit is enkel ter informatie, in JoPPS wordt geen rekening gehouden met punten in een DXF.
    • zet de current layer op “DTM-0 
    • plaats een Attribute op het Linkpunt en vul in:
      • Tag = het linknummer van het element dat hier moet komen. 
      • Prompt = 0 (niet gebruikt) 
      • Default:
        • 0: Er wordt niets gespiegeld. 
        • 1: Om horizontaal te spiegelen. 
        • 2: Om vertikaal te spiegelen. 
        • 3: Om horizontaal en vertikaal te spiegelen. 
  •  Sla tenslotte het DXF bestand op in versie AutoCad R12/LT2
     

Veel gebruikte commando’s in autocad voor gebruik van de doorsnedegeneratie

  • om punten goed zichtbaar te maken:
    • Menu / Format / Point style 
    • Kies een kruisje 
    • Point size = 2% (Set Size Relative to Screen)  
  • orthogonale mode:
    • In de orthogonale mode kunnen er enkel maar horizontale of vertikale lijnen of verschuivingen gebeuren. Deze mode kan men in – en uitschakelen via F8.
    • een assenkruis tonen door het nulpunt
      Gebruik het commando “UcsIcon” met optie “On”, gevolgd door het commando “UcsIcon” met optie “Origin”.
  • een Attribute – definitie toevoegen om de linkpunten te plaatsen op een DXF: 
    • Commando “AttDef”. De waarden “Tag”, “Prompt” en “Default” worden elders beschreven.
  • blokken uiteenrafelen en er achteraf opnieuw een blok van maken,  wordt gebruikt om de rotaties en foute kleuren uit een blok te halen:
    • Uiteenrafelen:  Selecteeer een blok en gebruik het commando “Explode”.
    • Opnieuw een blok van maken: Selecteer alle onderdelen die in het blok moeten komen + Commando “Block

Afwerken in JoPPS

 




 |  History  |
 
 

 
 
 
TECHWIN SOFTWARE
De Regenboog 11
B-2800 Mechelen
T +32(0)15 44 64 64
T +31(0)30 899 32 15 Nederland